Steeds meer reddingsbrigades komen financieel in de knel. Dit komt door het wegvallen van evenementen waarbij brigades tegen betaling worden ingezet voor de bewaking van de veiligheid. Maar ook doordat een groot aantal brigades geen aanspraak kan maken op de ‘Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19’ ofwel de TOGS-regeling. Bijna twee derde (62%) van de brigades maakt zich zorgen om de financiën. 9% verwacht zelfs financieel in zwaar weer te komen. Dat blijkt uit een enquête van Reddingsbrigade Nederland onder haar leden.
Het pool-onderdeel popvervoeren met zwemvliezen tijdens de Orange Cup 2019. (Foto: RN)
Het merendeel (85%) van de reddingsbrigades vervult bij evenementen als city swims en Koningsdag een dankbare rol in het veilig laten verlopen ervan. De bulk van deze drukbezochte happenings vindt plaats in het voorjaar en in de zomer. Nu dergelijke massale events in verband met de coronacrisis zijn afgelast, vervalt daarmee niet alleen een belangrijke taak voor brigades maar ook een belangrijke inkomstenbron van brigades.
Inkomstenverlies
Gemiddeld bewaakt een reddingsbrigade 12 evenementen per jaar. Met het wegvallen ervan loopt een brigade zo’n 8.500 euro aan inkomsten mis. Voor een kleine club als een brigade, met gemiddeld 150 leden en doorgaans geen sponsoren, is dat een groot bedrag. Opgeteld over alle brigades bedraagt het inkomstenverlies ruim 1 miljoen euro. Dat bedrag komt niet meer beschikbaar voor de 2750 lifeguards van de brigades, die zich inzetten voor meer veiligheid in, op en langs het water. Dit geld is noodzakelijk om te kunnen investeren in onder andere opleidingen en kostbare reddingsboten, redvesten en droogpakken.
TOGS-regeling
Veel reddingsbrigades worden ook hard en oneerlijk getroffen, omdat zij bij de Kamer van Koophandel staan ingeschreven onder een ‘verkeerde’ SBI-code 94.99.6 (Overige ideële organisaties). SBI staat voor Standaard Bedrijfsindeling, de code geeft aan wat de hoofd- of nevenactiviteit van een bedrijf is. Een ander deel van de brigades valt onder SBI-code 93.15.1 (Zwem- en onderwatersport) en kan daarmee wel aanspraak maken op de TOGS-regeling. Dat is apart, immers: alle brigades richten zich op hetzelfde. En reddingsbrigades zijn niet anders dan zwemverenigingen met een bijzondere doelstelling, namelijk: mensen veilig te leren en te laten zwemmen. Hiervoor geven brigades zwemles (zoals zwemverenigingen dat doen), stimuleren ze kinderen en volwassenen om te blijven zwemmen en hebben ze daarvoor een aanbod in het zwembad (zoals zwemverenigingen dat hebben), en nemen ze deel aan de lifesavingsport (wat een zwemsport is).
Oproep
Ook deze zomer staan de lifeguards van onze 157 reddingsbrigades weer klaar om badgasten veilig te laten genieten van een dagje strand of een bezoek aan een recreatiegebied met binnenwater. Zij waarschuwen mensen voor de gevaren, geven EHBO, helpen bij het vinden van vermiste kinderen en redden mens en dier waar dat nodig is. De lifeguards doen dat zoveel mogelijk coronaproof. Maar mensen redden in de zee en in binnenwater gaat niet met een mondkapje op en ook niet op anderhalve meter afstand. Daarmee zetten de lifeguards hun eigen leven op het spel om anderen te redden. Het devies van de reddingsbrigades richting publiek luidt: wees voorzichtig en breng de lifeguards niet in verlegenheid. De dringende oproep van de lifeguards aan de politiek is: laat de lifeguards niet in de kou staan, en zorg ervoor dat alle brigades een TOGS-aanvraag kunnen doen!