Hoofdstuk 2 Het zwembadongeval
De wekker ging af en Marco, 40 jaar, stapte zijn bed uit, zoals hij iedere ochtend om 8 uur doet. Hij liep de badkamer in en waste zich hier en daar een beetje. Eenmaal gewassen en wel, beneden aangekomen at hij 2 bruine boterhammen, met kaas en dronk een glas met thee. Zoals elke ochtend stapte hij om half 9 op zijn fiets om naar het zwembad te gaan. Eenmaal bij het zwembad aangekomen, wilde hij eerst nog even een glas fris drinken, want hij voelde zich een beetje duizelig. Toen hij op een stoel ging zitten merkte hij dat hij het rustig aan moest doen en het zweet brak hem zowat uit. Een jongeman van ongeveer 18 jaar liep langs en keek hem even aan. Hij liep toen weer door om ook te gaan zwemmen. Nadat Marco zijn frisje op had, wilde hij toch gaan zwemmen en zodoende kocht hij een kaartje en ging zich omkleden. Eenmaal bij de badrand aangekomen sprong hij het zwembad in en begon met een paar banen schoolslag. De jongeman, Tom genaamd, die hij in het cafetaria tegen was gekomen zwom en stukje verderop.
Diezelfde ochtend was badmeester Frans aan zijn dienst begonnen, hij had ondertussen al het water gemeten om te kijken of het verantwoordelijk was om erin te zwemmen. Dit alles was gelukkig goed en hij ging daarom naar zijn toezichthoudersstoel. Hij ging de rest van zijn dienst toezicht te houden.
Na een tijdje toezicht gehouden te hebben werd Frans even afgeleid door een meisje die naar hem toe kwam met een bloedneus, hij nam haar gelijk mee naar de EHBO om haar zo goed mogelijk te kunnen verzorgen
Nog geen minuut later schrok Tom, omdat de man die hij zwetend aan een tafeltje had zien zitten, stopte met zwemmen en zo naar de bodem zonk. Hij aarzelde geen moment en zwom direct naar de man toe en viste hem van de bodem met een mooie hoekduik en kwam boven met een arm boven zijn hoofd. Zoals het hoorde en hij geleerd had bij de Reddingsbrigade waar hij les had gehad. Eenmaal boven gekomen werd Tom geholpen door omstanders om Marco op de kant te krijgen. Op de kant begon Tom met het EHBO-protocol, nadat deze was uitgevoerd en de conclusie was getrokken dat er gereanimeerd moest worden, begon Tom direct met reanimeren. Hij wist hoe dit moest doordat hij EHBO had gehad tijdens zijn brigade-opleiding. Ondertussen had hij opdracht gegeven melding naar de hulpdiensten te maken en om de AED (Automatische Externe Defibrillator) erbij te halen. Voor zijn gevoel duurde het eeuwen dat hij moest reanimeren voordat de AED er was, maar na een paar minuten kwam een omstanders al aangerend met een AED. Tom liet de omstander de stikkers van de AED plakken op de borst van Marco, terwijl hij doorging met reanimeren. De AED begon met het analyseren van het hart van Marco.
Nadat een andere omstander die melding zou maken naar de hulpdiensten terugkwam om te vertellen dat ze elk moment zouden arriveren, gaf het AED apparaat aan dat de eerste schok toegediend mocht worden. Nadat Tom de omgeving veilig gesteld had, of te wel er voor gezorgd had dat niemand Marco aanraakte, drukte hij op de rode knop en de schok werd toegediend.
Op dat moment kwam het ambulance personeel aangerend met een aantal spullen om het over te nemen van Tom. Ze zagen dat Tom goed aan het reanimeren was en begonnen allerlei dingen voor te bereiden om Marco mee te kunnen nemen in de ambulance. Ondertussen lieten ze Tom door reanimeren. Zodra alles klaarstond namen ze het van Tom over en werd Marco meegenomen naar de ambulance. Marco werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Later die dag kwam het bericht in het zwembad aan dat Marco het overleefd had. Ook werd er contact opgenomen met Tom. Tom hield er een goed gevoel aan over, hij had tenslotte iemand het leven gered, en dat had hij te danken aan zijn lessen bij de reddingsbrigade. En zijn gevoel werd alleen maar beter toen hij bedacht dat hij een paar weken daarvoor nog iemand bij de brigade aangebracht had. Hij had ten slotte Thijs aangebracht die begonnen was bij Junior Redder 1. (Zie voor dit verhaal de Hurksprong van januari 2011)