De nieuwe kapitein sprong van het dek, volledig gekleed, en sprintte door het water. Als voormalig lifeguard hield hij zijn ogen recht op zijn slachtoffer als hij regelrecht naar een echtpaar zwemt tussen de sportvissers en het strand. ‘Ik denk dat hij denkt dat je verdrinkt,’ zegt de man tegen zijn vrouw. Ze hadden elkaar natgespetterd en ze hadden geschreeuwd, maar nu stonden ze gewoon, nek-diep op een zandbank. ‘Er is niets aan de hand; wat doet hij?’ vroeg ze, een beetje geïrriteerd. ‘Het gaat goed!’ schreeuwt de man. Ze zwaaien naar de kapitein, maar die blijft hard zwemmen, richting het echtpaar. ‘Aan de kant,’ schreeuwt de kapitein naar het echtpaar terwijl hij zijn vaart niet verminderd. Direct achter hen, geen 10 meter afstand, is hun 9-jarige dochter aan het verdrinken. Veilig boven het oppervlak in de armen van de kapitein, barstte ze in tranen uit, ‘Papa!’
Hoe wist deze kapitein – vanaf 50 meter afstand – wat de vader niet kon herkennen van net 10 meter? Verdrinking is niet het gewelddadige spatten, roepen om hulp die de meeste mensen verwachten. De kapitein werd opgeleid om verdrinking te herkennen door experts en jarenlange ervaring. De vader daarentegen had geleerd waar verdrinking op lijkt door televisie te kijken. Als je tijd doorbrengt op of bij het water, en dan zijn we waarschijnlijk allemaal nu de zomer eraan komt, dan moet je ervoor zorgen dat je weet waar je op moet letten bij mensen in het water.
Voordat de dochter huilend het woord ‘Papa’ kon uitroepen, had ze nog geen geluid kunnen maken. Bij de reddingsbrigade waren we helemaal niet verrast door dit verhaal. Verdrinking is bijna altijd een bedrieglijk rustig evenement. Het zwaaien, spatten en schreeuwen, de dramatische voorstelling die we kennen van de televisie zorgt dat we alert zijn op signalen die zelden gezien worden in het echte leven.
Behalve in zeldzame omstandigheden, zullen mensen die aan het verdrinken zijn niet in staat om te roepen om hulp. Het ademhalingssysteem is ontworpen voor de ademhaling. Spraak is de secundaire of overkoepelende functie. Ademhaling moet worden voldaan alvorens spraak optreedt. Monden van deze drenkelingen zullen afwisselend onder het boven het wateroppervlak verschijnen. Echter niet lang genoeg om in te ademen en te roepen om hulp.
Daarnaast zullen deze drenkelingen niet kunnen zwaaien om hulp. Natuur instinctief dwingt hen om hun armen zijwaarts uit te zwaaien om druk op het wateroppervlak uit te oefenen. Met deze korte armslagen in het water kunnen de drenkelingen hun mond uit het water tillen om te ademen.
Dit betekent trouwens niet dat een persoon die schreeuwt om hulp en wel weet te zwaaien niet echt in de problemen is. Maar in tegenstelling tot de hierboven genoemde drenkelingen, kunnen deze personen nog wel helpen bij hun eigen redding. Ze kunnen bijvoorbeeld een lijn of een reddingsklos vastgrijpen.
Let onder andere op de volgende tekenen van verdrinking wanneer personen in het water liggen:
- Hoofd laag in het water, mond op waterniveau;
- Hoofd naar achter gekanteld met open mond;
- Ogen glazig en lege, niet in staat om zich te concentreren;
- Ogen dicht;
- Haar over voorhoofd of ogen;
- Het niet gebruiken van benen om boven te blijven;
- Hyperventileren of happend naar lucht;
- Proberen te zwemmen in een bepaalde richting, maar geen vooruitgang boeken;
- Proberen om te rollen op de rug;
- Lijkt een onzichtbare ladder te beklimmen.
Dus als een bemanningslid overboord valt en alles ziet er goed uit, wees niet te zeker! De meest voorkomende indicatie dat iemand verdrinkt, is dat ze er niet uitzien alsof ze verdrinken. Ze kunnen er uitzien alsof ze zijn watertrappelen zijn en op het dek kijken. Een manier om zeker te zijn? Vraag hen: ‘Gaat het wel?’ Als ze kunnen antwoorden, dan gaat het waarschijnlijk ook goed met ze. Als ze je alleen terugkijken met een lege blik, heb je minder dan 30 seconden om ze eruit te krijgen. En ouders: kinderen die in het water spelen maken lawaai. Als ze stil zijn, ga dan naar ze toe en ontdek waarom.