Deze maand hebben we het in ‘Elke dag veilig!’ over winterbanden. Winterbanden gebruik je om meer grip op de weg te hebben bij nat en/of glad weer. Denk aan regen, rottend blad en als het kouder wordt natuurlijk vorst met een glad wegdek tot gevolg. Met winterbanden rij je ook veilig in de herfst en in de winter.
Water of rottend blad op de wegen kunnen aquaplaning veroorzaken. U glijdt dan als het ware als een surfplank over het wegdek heen omdat uw banden het contact met het wegdek kwijtraken. Een levensgevaarlijke situatie. Hagel, sneeuw en ijs maken wegen glad. Gevaar op slippen is dan groot. Om ongelukken door gladheid zoveel mogelijk te voorkomen zijn winterbanden ontwikkeld.
Winterbanden hebben in de herfst en winter beter grip op de weg, en zijn in de winter wat buigzamer en elastischer. Vanaf een temperatuur van 7 graden, gaat u het verschil merken. De temperatuur daalt meestal verder in de herfst en winter, het wordt daarom ook aangeraden om de winterbanden al in oktober onder de auto te (laten) plaatsen. Zo houdt u veel meer grip op de weg.