Kledingeisen
- Badkleding;
- T-shirt, blouse of hemd met lange mouwen;
- Lange broek (lange broeken die naadloos aansluiten op de huid zijn niet toegestaan);
- Regen/windjack (bedoeld wordt een jack met lange mouwen, dat vaak is vervaardigd uit een soort nylon);
- Schoenen (plastic, leren of sportschoenen zijn toegestaan; schoenen zonder stevige zool zijn niet toegestaan);
- Het is toegestaan dat kandidaten i.p.v. broek/blouse een jurk met lange mouwen of rok/blouse met lange mouwen dragen. De jurk/ rok moet tot over de knie reiken.
Diploma eisen
A. Gekleed uit te voeren:
- Vanaf de bassinrand voorzichtig te water gaan
- Direct gevolgd door 50 meter zwemmen in de schoolslag waarbij de ogen boven water moeten worden gehouden en 1 keer over een vlot moet worden geklommen en 1 keer onder een vlot door gezwommen moet worden,
- Direct gevolgd door 50 meter zwemmen in de enkelvoudige rugslag;
- Aansluitend uit het water klimmen zonder gebruik te maken van een trapje.
- Te water gaan vanaf de bassinrand met een drijfmiddel,
- Gevolgd door 30 seconden drijven op het drijfmiddel in de “HELP”-houding.
In zwemkleding uit te voeren
- Met een kopsprong te water gaan vanaf een startblok of verhoogde bassinrand,
- Direct gevolgd door, zonder boven te komen, het onder water aantikken van twee zwevende voorwerpen, deze bevinden zich rond de 1,8 meter waterdiepte en 5 en 9 meter uit de bassinrand,
- De baan uitzwemmen in de schoolslag, waarbij de ogen boven water moeten worden gehouden.
- Vanaf de bassinrand voorzichtig te water gaan, direct gevolgd door:
- 25 meter zwemmen in de schoolslag waarbij de ogen boven water moeten worden gehouden, na 5 meter zich 1 maal rechtstandig laten zinken (dompen); waarbij de kandidaat rechtstandig ten opzicht van het wateroppervlak volledig onder water gaat met de armen gestrekt boven het hoofd,
- 50 meter enkelvoudige rugslag; bij de rugslag dient de kandidaat het eigen hoofd met beide handen vast te houden,
- 12,5 meter borstcrawl en 12,5 meter rugcrawl.
- Te water gaan met een kopsprong,
- 12,5 meter borstslag,
- Direct gevolgd door een hoekduik en een ring ophalen van de bodem (diepte rond 2 meter), deze tonen en na akkoord weer laten vallen,
- Doorzwemmen, nogmaals met een hoekduik een ring van de bodem halen (diepte rond 2 meter), deze tonen en na akkoord weer laten vallen,
- De baan uitzwemmen en uit het water klimmen zonder gebruik te maken van een trapje.
- Vanaf de bassinrand te water gaan met een bommetje,
- Vervolgens terugdraaien in horizontale houding en in borstslag zwemmen naar een bal die wordt toegegooid (afstand kant / kandidaat = ca. 2 meter),
- Vervolgens met behulp van de bal 30 seconden gaan drijven in een “HELP”-houding.
- De bal in de handen pakken en vragen of de bal teruggegooid mag worden naar de kant, na akkoord bal teruggooien naar de official (afstand kandidaat / kant = ca. 2 meter).
- Vanaf de bassinrand met een kopsprong te water gaan,
- Direct gevolgd door 20 meter schoolslag, waarbij de ogen boven water moet worden gehouden,
- 5 meter wrikken in rugligging richting het hoofd,
- 25 meter enkelvoudige rugslag; bij de rugslag dient de kandidaat het eigen hoofd met beide handen vast te houden.